Forensisch Psychiatrie

Psychiatrie is het mooiste vakgebied dat er bestaat. Het gaat over zoveel verschillende dingen. Het is geneeskunde; dus het gaat over ziekte en herstel. Tegelijk biedt het de mogelijkheid om werkelijk te kijken naar mensen en hoe zij zich verhouden tot hun omgeving. Het gaat over drijfveren, over ambities, over veerkracht, over weerbaarheid, over creativiteit.

Omdat psychiatrie betrekking heeft op de wijze waarop mensen zich in hun wereld begeven. Het raakt maatschappelijke thema’s, zoals veiligheid. In uitzonderlijke gevallen - bijvoorbeeld als sprake is van een psychose en daarmee van een verstoord realiteitsbesef - wordt van ‘de psychiatrie’ verwacht in te grijpen. Een persoon kan een gevaar vormen voor zichzelf of voor zijn omgeving. Met interesse volg ik de ontwikkelingen ten aanzien van de wetten die hierop betrekking hebben. Waarschijnlijk zal dit altijd ‘werk in uitvoering’ blijven; de wijze waarop een maatschappij zich verhoudt tot kwetsbare groepen is aan veranderingen onderhevig.

De forensische psychiatrie voegt nog een dimensie aan het vak toe. Het is het raakvlak tussen strafrecht en gedragskunde; daardoor liggen adviezen onder een extra vergrootglas. Onbegrepen gedrag wordt al snel gezien als resultante van een psychiatrische stoornis; soms terecht, maar dat is niet altijd het geval. Tijdens een eindtoernooi zijn er vele bondscoaches. Als een strafbaar feit in het nieuws komt, zijn er evenveel rechters. Als forensisch psychiater kom ik regelmatig tot de conclusie dat het toch even net anders in elkaar zit als dat iedereen dacht. Ik zie het als een uitdagende puzzel om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en dat te vertalen naar een begrijpelijk (en uitvoerbaar) advies.

Ook een vak dat zich kenmerkt door nuances en individuele verschillen kan zich niet onttrekken aan meer ‘zakelijke’ aspecten. Classificerende systemen (zoals de DSM-5) worden gebruikt om patiënten in te delen in groepen en zijn nodig voor toeleiding naar de juiste zorg, voor wetenschappelijke doeleinden en voor financiële aspecten zoals verantwoording voor (zorg)verzekeringen en daarmee de financiering. Dit heeft ertoe bijgedragen dat mensen een diagnose vaak als een stempel of een label ervaren. Een diagnose kan deuren openen, maar helaas ook doen sluiten. Ik vind dat een gedegen onderzoek de grondslag vormt voor goede beschrijvende diagnostiek en een onderbouwd behandel (interventie) advies. Ik hecht er veel waarde aan mijn bevindingen uiteen te zetten in een adviesgesprek met de onderzochte. Daarbij zie ik het als een essentieel onderdeel van mijn werk om ook kritische vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.